Gebruikte competenties

 

ik kan onderzoeken

  • oriënteer me op een onderwerp en formuleer mijn hoofdvraag (hoe) en daarbij deelvragen (woordspin)
  • bedenk het mogelijke antwoord op de hoofdvraag
  • maak een plan van aanpak (wat, met wie, wanneer, waar, welke en hoe) en voer het uit
  • zoek informatie uit verschillende bronnen
  • weet het verschil tussen feit en mening
  • verwerk de uitkomsten in een verslag (eigen woorden)
  • presenteer een samenvatting, de conclusie(s) en doe aanbevelingen

 

ik kan zelfstandig leren en reflecteren

  • werk volgens mijn plan en stel deze tijdig bij
  • kijk na afloop terug op wat goed en minder goed is gegaan en kom met punten ter verbetering
  • weet na afloop wat ik geleerd heb en hoe ik het kan toepassen in een nieuwe situatie
  • hou mijn vorderingen nauwkeurig bij en weet daarom precies hoe ik er voor sta

 

ik kan plannen en organiseren

  • overzie wat er gedaan moet worden (wat, hoe, wanneer en door wie)
  • schat in hoeveel tijd nodig is en hoeveel tijd ik beschikbaar heb
  • durf werk aan anderen over te laten
  • maak keuzes over wat ik belangrijk vind
  • maak een plan van aanpak (agenda, draaiboek, actielijst, enz.)
  • voer het plan uit en controleer of ik op schema lig en aan de eisen voldoe
  • stel tijdig bij en/of vraag om hulp als ik vastloop

 

ik kan samenwerken en overleggen

  • weet wat de voordelen zijn van samenwerken
  • luister actief naar anderen
  • kom er samen uit
  • houd me aan de afgesproken werk – en taakverdeling
  • vraag en geef reactie / tips van en aan anderen
  • spreek waardering uit naar anderen
  • ben verantwoordelijk voor het groepsresultaat en het groepsproces

 

ik kan presenteren (mondeling en schriftelijk)

  • bedenk wat ik wil vertellen en stem dat af op de doelgroep
  • gebruik een logische opbouw (inleiding, informatie, afsluiting)
  • kies voor een presentatievorm die bij de doelgroep past
  • let op een verzorgde presentatie
  • ondersteun de presentatie met (voor) beelden en kies daarbij passende (audiovisuele) hulpmiddelen
  • kom duidelijk over en gebruik mijn eigen woorden
  • ga na of de informatie is overgekomen

 

ik kan omgaan met druk en tegenslag

  • reageer rustig als iets even niet lukt of mee zit
  • kijk of ik het anders kan doen
  • vraag tijdig om hulp
  • doe iets met kritiek
  • weet waar de druk vandaan komt
  • haal de druk van de ketel
  • haal het afgesproken resultaat